Ik help je met je verhaal

Voorjaarskriebels

Elk jaar als ik de eerste stralen van de lentezon op mijn huid voel, krijg ik energie voor tien. Ik wil al fietsend genieten van het mooie weer, de tuin in om het ontluikende onkruid met vaste hand te verwijderen en acuut beginnen aan een grondige voorjaarsschoonmaak. Het liefst alle drie tegelijk, natuurlijk.

Meestal wint op de eerste zonnige dag de schoonmaak. Ik voel een onbedwingbare drang om, net als vroeger onze moeders, oma’s en tantes, het huis van boven naar beneden op te schudden als een veren kussen. Dus haal ik per kamer de meubels van de muur om in alle hoeken de plinten te stofzuigen, verwijder het stof bovenop kasten, lampenkappen en deurkozijnen en lap de ramen aan de binnen- en de buitenkant.

Veel plezier beleef ik aan het opruimen van kasten. Ik haal ze per plank leeg en bekijk de inhoud kritisch, met een grote kartonnen doos naast me. Tot hier doe ik nog hetzelfde als de generaties vrouwen voor me, vanaf nu is mijn werkwijze anders. Werden vroeger alle niet- meer-gebruikte-maar-nog-wel-bruikbare spullen keurig opgeborgen op zolder, totdat een van de kinderen, nichtjes, neefjes of kleinkinderen hierom verlegen zou zitten, ik breng de doos met overbodige spullen naar de kringloopwinkel. Dat geweldig intellectuele boek, dat vast heel boeiend is en toch al vijf jaar ongelezen ligt te wachten. De jurk die me in de winkel prachtig stond, maar die toch voor geen enkele gelegenheid geschikt blijkt. Die schattige vaas die ik ooit van een lieve buurvrouw heb gekregen, maar die ik eigenlijk afschuwelijk vind.

Met het opruimen van mijn huis ruim ik ook mijn hoofd op. Ik schud ballast van me af en krijg letterlijk en figuurlijk meer ruimte. Als de klus is geklaard, of in elk geval een kamer, stap ik op de fiets. Om van de lentezon te genieten.

Deze column heb ik in april 2011 geschreven voor het Vrouwennetwerk Wageningse Ingenieurs.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.