Thee
De term ‘soggen’ was volgens mij nog niet uitgevonden in de jaren ’80, maar studieontwijkend gedrag bestond natuurlijk wel. Ik kan me nog precies herinneren hoe ik mijn dagen in de tentamenperiode indeelde. Bijzonder eigenlijk, want de inhoud van de meeste vakken ben ik vergeten.
Vooral de dag voor een tentamen staat me nog helder voor ogen. Mijn prachtige studieschema blijkt toch iets te optimistisch en ik moet nog veel stof doornemen. Hoe pak ik dat aan?
Eerst goed ontbijten, want studeren op een lege maag gaat vast niet lukken. Kop thee, een boterham met appelstroop en een met pindakaas, mijn favoriete combinatie in die tijd. Daarna met een extra kop thee heel even de krant doorbladeren. Juist in de tentamenperiode is mijn drang om het nieuws te volgen groot.
Met zachte dwang ruk ik mezelf los van de actualiteit, neem een kop thee mee naar mijn kamer en installeer me aan mijn bureau. Bijna duik ik met mijn neus in de boeken, dictaten en aantekeningen, maar ineens zie ik dat de bladeren van de ficus hangen. Even de gieter halen in de keuken.
Na deze kleine onderbreking ga ik vol goede moed aan de slag. Om de vijf minuten kijk ik op mijn horloge. Om tien uur is het koffietijd op de afdeling, dus kan ik best een kwartier daarvoor al beginnen met koffie zetten.
Gelukkig komt na de koffie snel de lunchpauze, daarna is het al gauw theetijd en even later gaan we avondeten. Na de afwas nog een kop thee, om een uur of tien even een babbeltje in de keuken, en dan is het sociale leven klaar voor die dag. Vanaf dat moment weet ik zeker dat er niemand meer spontaan langskomt of belt. Er blijft dus nog maar één ding over: studeren.
Eindelijk heb ik de rust om te blijven zitten. Ik pak een allerlaatste kop thee, kruip achter mijn bureau en doe geconcentreerd wat ik moet doen.
De tentamens zijn allang vervangen door deadlines en zoggen heet met een deftig woord procrastrinatie, maar in feite is er niet zo heel veel veranderd. Met een eindsprint zorg ik dat elke klus op tijd af is. En oh ja, met een kop thee.
Deze column heb ik in oktober 2015 geschreven voor het Vrouwennetwerk Wageningse Ingenieurs.
Geef een antwoord