Ik help je met je verhaal

Brandstof voor de tekstschrijver

Als tekstschrijver schrijf ik zakelijke teksten in opdracht. Ik hou van mijn werk, maar soms heb ik genoeg van informatieve artikelen, persberichten en webteksten. Welke brandstof geeft me dan nieuwe energie?

Weet ik wat de doelgroep is? Check. Is de gewenste boodschap helder? Check. Alle achtergrondinfo bij de hand? Check. Aantal woorden bekend? Check. Als tekstschrijver werk ik een heel lijstje af voor ik begin aan een zakelijke tekst. Dan ga ik een begrijpelijk en aantrekkelijk verhaal schrijven, afgestemd op de lezers en met een logische opbouw. Zo zorg ik dat de tekst het gewenste doel bereikt.

Ik schrijf met veel plezier en heb tevreden klanten, maar soms heb ik even genoeg van al dat logische en doelgerichte taalgebruik. Natuurlijk kan ik dan gaan fietsen, koken of dansen, naar een tentoonstelling, een film of naar de kroeg. En dat doe ik ook. Maar ik ben niet voor niets tekstschrijver geworden. Ik hou van taal, ook in mijn vrije tijd. Dan ga ik op zoek naar de speelse kant: klinkende klanken, waanzinnige woorden, zonnige zinnen.

Fantasiewoorden

Ik lees bijvoorbeeld ‘de Blauwbilgorgel’, ‘een gedicht vol fantasiewoorden van Cees Buddingh, en doe mijn best het foutloos op te zeggen. Eerlijk gezegd lukt dat me zelden. Ik laat me ook graag meeslepen door de dierverhalen van Toon Tellegen. Eindeloos heb ik over de mier en de eekhoorn voorgelezen aan mijn dochter. Inmiddels is ze al jaren het huis uit is, maar gelukkig heeft ze zijn mooiste bundel in de boekenkast laten staan.

Ik ben dol op het zaterdagse cryptogram in de Volkskrant. Het beste resultaat bereiken mijn man en ik als we bij een omschrijving hardop zeggen welke losse flodders ons te binnen schieten. Vaak snapt de ander beter waarom het een goede denkrichting is. En met een beetje mazzel hebben we meteen de oplossing.

Lanterfantereiland

Echt inspirerend vind ik een masterclass van een grote schrijver. Ik hing aan de lippen van Jan Rot, toen hij bij Tekstnet vertelde hoe hij Engelse popsongs hertaalt naar het Nederlands. Jan ziet zijn werk als het oplossen van een sudoku: “Je begint op de sleutelplek, en dan ga je door tot het klaar is. Het resultaat telt, niet de uren.”

Van ‘La Isla Bonita’ van Madonna maakte hij stapsgewijs ‘Lanterfantereiland’. Hoe dat ging: Het eiland brengt de luisteraar in vakantiestemming, dus dat moet blijven. ‘Het eiland tetete’, is het niet. Wat dan? Volgorde omdraaien, dus ‘Tetetete-eiland’. Dan de eerste ‘la’-klank uit het origineel houden, want ‘la’ zit ook in eiland. En ‘l’ klinkt lekker lui, een goede vakantieletter. ‘La-tetete eiland’, wordt het dan. Liefst met een ‘a’ in de middelste onbekende lettergreep, om de klank van de originele titel zoveel mogelijk te benaderen. En zo ontstaat Lanterfantereiland.

Energie

Na het betoog van Jan Rot was ik het liefst meteen zelf gaan puzzelen met een songtekst. Daar kwam ik thuis niet aan toe. Daarom was ik zo blij met TekstPretWerken, een hele dag heerlijk fröbelen met taal. Tijdens de workshop ‘lichte gedichte’ bij Bas Holzhaus heb ik voor het eerst van mijn leven een clerihew geschreven. Dat is een vierregelig versje met rijmschema aabb, dat begint met een beroemd persoon. Schrijvend een nieuwe vorm verkennen vind ik al heerlijk, het voorlezen in de groep maakt het extra boeiend, en soms hilarisch. Sinds TekstPretWerken ben ik trouwens ook in de ban van de Ollekebolleke-woorden, zeslettergrepige woorden met steeds één beklemtoonde lettergreep, gevolgd door twee onbeklemtoonde. Denk aan tekstschrijversborreluur, koektrommelnoodvoorraad, toetsenbordschoonmaakdoek, zeevaartschooldominee, en zo kan ik nog uren doorgaan.

Lezen, luisteren, schrijven. Met dit soort intermezzo’s boor ik nieuwe taaladeren aan. Die geven me nieuwe energie en inspiratie voor mijn zakelijke teksten. En wat is jouw tekstschrijverbrandstofbron?

Eerder verschenen op de site van Tekstnet.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.