Ik help je met je verhaal

Grenzen

“Stop”, zeg ik en we staan allebei stil op ruim een meter van elkaar.
“Is deze afstand goed?”, vraagt hij en ik antwoord bevestigend.

Vijftien paar ogen kijken toe. Ik doe met de trainer van de coachingsopleiding een oefening voor. Het gaat over grenzen, heeft hij verteld en voor ik het weet heb ik me aangemeld als proefpersoon. 

“Voel of je echt op de goede plek staat.” 
Ik voel en blijf bij mijn besluit. Ja, dit is prima.
“Ga nu een stap achteruit en voel opnieuw.”

Ik doe wat de trainer vraagt. Er is nu meer ruimte tussen hem en mij en ik merk meteen dat ik hier comfortabeler sta. Ik krijg meer lucht, het is letterlijk een verademing. Een groepsgenote vertelt dat mijn lichaamstaal boekdelen spreekt. Mijn schouders zakken en mijn kaken ontspannen zich.

Mijn hoofd gaat zich er meteen mee bemoeien. Wat maakt dat ik niet meteen op de juiste afstand ga staan? Of dat ik op zijn minst zelf ontdek dat het toch niet helemaal fijn voelt? Zo ingewikkeld is het toch niet?

Ik heb geen tijd om verder na te denken, we doen de oefening nog een keer. Hij loopt terug naar de ene kant van de zaal, ik naar de andere. We draaien ons om en beginnen tegelijk rustig naar elkaar toe te lopen. Op het moment dat ik ‘stop’ roep, staan we allebei zo snel mogelijk stil. Het doel is dat ik zorg voor een onderlinge afstand die voor mij comfortabel voelt. Dat is de hele oefening, zo simpel als het maar kan. 

Het gaat beter. Ik zeg eerder ‘stop’. Maar nog te lief, krijg ik als feedback, dan heeft de trainer niet het gevoel dat ik het echt meen.
Steeds beter. Ik zeg eerder én stellig ‘stop’. Oeps, dat floept er haast boos uit en dat is ook weer niet nodig.

Gelukkig is nu de demonstratie voorbij en gaan we met z’n allen oefenen in tweetallen, tegelijk, in een hele rij naast elkaar. Bij elk tweetal mag eerst de een ‘stop’ roepen, dan de ander. Het is een gekakel van jewelste. Grenzen blijken voor iedereen een heikel punt. Te laat ‘stop’ roepen, omdat je de ander niet wilt kwetsen of omdat je je niet bewust bent van je grenzen. Of juist veel te vroeg, uit angst voor confrontatie of nabijheid. Heel lief zacht zodat de ander niks verstaat of juist hard, op het botte af. Grenzen blijken van toepassing op alle aspecten van ons leven. De collega die letterlijk te dichtbij komt, het verre familielid met chronisch geldtekort, de buurvrouw die tijd blijft claimen. 

De oefening verheldert veel voor iedereen. Zelf had ik nog een praktijkles nodig om ten volle te beseffen hoe belangrijk het is mijn grenzen te bewaken. Dat heb ik pas geleerd na een burnout, een paar jaar later. Sindsdien lukt het me steeds beter om nee te zeggen als iemand iets van me vraagt waarvoor ik geen tijd of energie heb. Feitelijk zeg ik daarmee steeds gemakkelijker ja tegen mezelf.

Foto: Joshua Hoehne via Unsplash

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.