Ik help je met je verhaal

Zeikwijf – over een schaduwzijde

Ik kan natuurlijk iets gemakkelijks kiezen, zoals te veel rondhangen op facebook. Of te veel chocoladekoekjes eten, ik bedoel die digestives met pure chocola van Verkade, waarbij elk koekje lijkt te roepen: je lust er nog een. Ja, dat zou kunnen.

Maar nee, dat is flauw, want dat zijn redelijk onschuldige onhebbelijkheden. Ik heb er alleen mezelf mee, en zolang ik deadlines haal en de was schoon in de kast ligt, heb ik blijkbaar tijd genoeg om te verspillen achter de computer. Hoewel, verspillen, ik haal er veel zinvolle informatie vandaan. En die chocoladekoekjes zijn natuurlijk grappig om in een verhaal te verwerken, met overal kruimels en een bruine vlek rond mijn mond, maar al mijn kleren passen nog en ik durf mezelf gewoon aan te kijken in de spiegel, dus waar maak ik me druk om?

Nee, als ik een echte schaduwzijde van mezelf moet noemen, dan neem ik dat zeikwijf.

Dat zeikwijf dat altijd overal wat van vindt en tot drie cijfers achter de komma gelijk wil hebben. Nou ja, vooruit, soms is twee ook genoeg, als ze haar ongenoegen over de laatste decimaal maar heeft kunnen uiten. Zodat andere mensen snappen waarom ze boos / overdreven / aangebrand reageert. 

Of ze komische potentie heeft, weet ik eigenlijk niet, want mijn zeikwijf is best serieus. Ze meent wat ze zegt en kan dat meestal met gedegen argumenten onderbouwen. Dom is ze niet en ze bereidt zich altijd goed voor, ook dat nog. De laatste tijd wordt ze – af en toe – wel wat milder. Ze houdt soms zomaar haar mond. Hoewel, dat moet ik nuanceren. Aan de ene kant is ze er beter in geworden om op het moment zelf haar mond open te doen en niet achteraf lekker veilig te lopen mopperen tegen haar man of een vriendin, maar aan de andere kant kan ze soms zomaar zwijgen omdat – ja waarom eigenlijk, ik vermoed omdat ze sommige dingen niet meer de moeite waard vindt om op te reageren. Zonde van haar energie.

Nu ik dit schrijf, voel ik dat ik haar te kort doe. Wat zeg je, hoor ik haar denken, word ik milder en onschuldiger? Dat had je gedacht, wacht maar tot ik weer met mijn vuist op tafel sla of mijn mond open trek. Je bent heus nog niet van me af.

Daar word ik stiekem blij van, van die opmerking die ik in mijn buik voel opborrelen. Ja, je hoort het goed, in de loop der jaren heb ik haar beter leren kennen en zo communiceert ze met mij. En inmiddels heb ik haar omarmd, mijn zeikwijf. Ik wilde eigenlijk zeggen ‘mijn lieve zeikwijf’, maar ik voelde meteen dat ze dat te soft vond en ik wil geen ruzie met haar krijgen. 

Wat ik eigenlijk wil zeggen: als je mij ziet, is mijn zeikwijf nooit ver weg. Samen zijn we best een aardig koppel.

.