Ik help je met je verhaal

Verdrietig en vrolijk

Je zou het niet zeggen als je mijn moeder vrolijk ziet dansen bij elke muzikale activiteit in de Lawet, maar ze heeft ook een verdrietige kant. Dan mist ze mijn vader.

“Oh, ik mis ineens mijn lieve Hans zo. Ik kon altijd alles aan hem vragen maar nu is hij er niet meer. Hij kon niet meer zien hè, dus voor hem is het beter, maar voor mij niet. Hoe lang is hij eigenlijk al dood? Wat, al meer dan drie jaar, zo lang al.”

Eerlijk gezegd weet ik nog steeds niet goed hoe ik het beste kan omgaan met zo’n bui. Ik wil haar verdriet respecteren en tegelijkertijd voorkomen dat ze erin verzuipt, want die neiging heeft ze soms. Een van mijn strategieën is om haar emoties te benoemen als golven, dat ze er allemaal mogen zijn, de trieste golf van nu en de vrolijke die er binnenkort aankomt. Soms vertel ik dat ze mijn vader zo mist omdat ze het zo goed hebben gehad samen, dat het grote verdriet de keerzijde is van hun grote liefde.

Zijn we buiten, dan vestig ik haar aandacht op het hier en nu. Wat valt er te zien (bomen met bulten, zwemmende eendjes), horen (vogelgezang, pratende mensen), ruiken (frisse buitenlucht) en voelen (de wind door haar haren).

Soms helpt de planning me een handje: “Mam, het is bijna tijd om te eten.”
“Ja maar, ik moet zo huilen.”
“Dat geeft niet, je mag ook huilend naar beneden.”
“Nee, nee, dat wil ik niet, dan ga ik eerst mijn gezicht afspoelen.”

Een andere aanpak is haar te laten bedenken welke mensen er wél zijn. Haar kinderen en hun partners, kleinkinderen, broers en schoonzussen, verdere familieleden, kennissen. En natuurlijk haar medebewoners en alle medewerkers die goed voor haar zorgen.
Ja, de medewerkers vindt ze allemaal lief. En creatief, denk ik erbij, want mijn moeder gaat dansen bij vrolijke noten, maar elke bewoner vraagt een andere benadering. Dat ontdekken vraagt aandacht en geduld, en dat verdient een compliment.

Deze column is eerder gepubliceerd in de Lawetkrant.